Petrus en Paulus
Het hoogfeest van Petrus en Paulus, twee heel verschillende apostelen, maar vandaag gaan we het niet hebben over de verschillen, maar over een overeenkomst in hun leven, en ook in hun houding, denk ik. ‘Het geloof nu is de zekerheid der dingen die men hoopt’, zegt de Hebreeënbrief. Die zekerheid van de hoop klinkt in de beide eerste lezingen, de zekerheid dat de Heer redt uit de boze machten, dat Hij zijn vrienden niet in de steek laat. Die hoop gaat verder dan alleen een hoop dat het hier en nu allemaal wel in orde zal komen. Of Petrus en Paulus hier en nu wel of niet gered worden uit gevaren, daar hangt hun geloof niet van af. Hun hoop blijft, ook in hun martelaarschap.
In de eerste lezing, uit Handelingen, komt het wel in orde, al had Petrus daar misschien niet eens op gerekend. Toch wordt hij letterlijk bevrijd uit de gevangenis, net voordat hij veroordeeld zal worden. Jakobus is al ter dood gebracht, en het is waarschijnlijk dat Petrus een zelfde lot wacht. Het is nacht en Petrus ligt zowaar te slapen, geboeid met kettingen en twee soldaten naast hem. Er staan soldaten op wacht voor de poort. Petrus merkt er even niets van. Hij slaapt gerust, ondanks de dreigende situatie. Maar dan is het plotseling licht, hij wordt wakker gemaakt door een engel, de kettingen vallen los neer, de soldaten merken niets en de engel neemt hem mee naar buiten. Typisch een droomgebeuren en Petrus wandelt in zijn droom rustig met de engel mee. Hij denkt een visioen te zien, een beeld van een waarheid achter de dagelijkse realiteit. Totdat hij alleen in een donkere straat staat en tot zichzelf komt. Het was geen visioen: de Heer heeft hem metterdaad gered uit de handen van Herodes en van de hogepriesters en oudsten.
In de tweede lezing schrijft Paulus aan Timotheus: ‘Ik werd verlost uit de muil van de leeuw. En de Heer zal mij blijven beschermen tegen alle boze aanslagen en mij behouden overbrengen naar zijn hemels koninkrijk.’ Paulus is zeker van de bescherming van de Heer, een bescherming die hem toch niet vrijwaart van aanslagen. Als hij terugkijkt op zijn leven, heeft hij gevangenschap gekend, stokslagen, steniging, en in deze brief ziet hij al dat zijn bloed weldra geplengd zal worden. Bij Tre Fontane zal hij onthoofd worden. Maar Paulus’ hoop staat vast: de Heer Jezus, die zelf gedood is maar die leeft, die zal hem behouden overbrengen naar zijn hemels koninkrijk.
Voor Petrus en Paulus betekent geloof niet dat ze altijd gered zullen worden en dat hun vijanden verslagen worden. Geloof is de zekerheid dat de Heer hen terzijde staat, misschien door een engel die onverwacht bevrijding brengt, misschien door kracht te geven om tot het einde te volharden, maar hoe dan ook, ze zullen met Hem in zijn Koninkrijk mogen binnengaan. Net als de drie jongelingen die weigeren het beeld dat Nebukadnessar heeft opgericht te aanbidden. Ze antwoorden aan de koning: ‘Als er een god is die ons kan redden uit uw macht, dan is het onze God die wij vereren. Hij is in staat om te bevrijden uit het laaiende vuur van een oven en Hij zal ons ontrukken aan uw greep, koning. Maar de koning zij ervan overtuigd, dat, ook als God ons niet redt, wij uw god niet zullen vereren en het gouden beeld dat u hebt opgericht niet zullen aanbidden.’
Het geloof van Petrus en Paulus hangt niet van de omstandigheden af. Het is een geloof ‘for better and for worse’, in goede en slechte tijden Jezus liefhebben en door zijn liefde vastgehouden worden. Dat tweede hoort er ook bij. Want een andere overeenkomst tussen Petrus en Paulus is dat ze geen van beide de meest voor de hand liggende geloofsgetuigen zijn. Petrus heeft Jezus verloochend en Paulus heeft Hem vervolgd. Maar Jezus heeft de één aangekeken en de ander aangesproken op de weg naar Damascus, en zo hun omkeer mogelijk gemaakt.
Vandaag mogen we hen samen vieren, de zekerheid van hun hoop bezingen en delen, en op hun voorspraak groeien in het geloof dat Jezus ons terzijde staat en kracht geeft, misschien door een wonderlijke bevrijding en misschien door ons standvastigheid en trouw te schenken, terwijl we met liefde uitzien naar zijn komst.
Zalig hoogfeest!