Kapittel Hemelvaart
Zegen, aanbidding en blijdschap – dat zijn de woorden die Lucas gebruikt bij Jezus’ hemelvaart. Alle reden voor een feest. Hij, de mensgeworden Zoon van God, draagt onze mensheid de hemel binnen. Dat geeft vreugde in de hemel en vreugde op aarde. Julian van Norwich schrijft in haar visioenen:
Christus is onze weg, die ons veilig verder leidt in zijn wetten. In zijn lichaam draagt Hij ons de hemel binnen. Ik zag hoe Christus, die allen die gered zullen worden in zich draagt, ons aanbiedt aan zijn hemelse Vader, als een huldebetoon. De Vader ontvangt ons dankbaar als een geschenk, en geeft ons hoffelijk terug aan zijn Zoon, Jezus Christus. Deze wederzijdse gave brengt vreugde aan de Vader, zaligheid aan de Zoon, en verrukking aan de heilige Geest. En van alles wat wij doen, ziet onze Heer het liefst dat wij ons verheugen in de vreugde van de heilige Drievuldigheid over onze redding.[1]
We vieren vandaag dus in zekere zin ook onze eigen ten hemel opneming. In zijn lichaam draagt Christus ons de hemel binnen, zegt Julian. Hij heeft ons mens-zijn aangenomen en brengt het nu terug bij de Vader. We worden een geschenk tussen Vader en Zoon. En onze vreugde is dan niet iets van: ‘Gelukkig, nu ben ik in de hemel’, maar het is een verwonderde blijdschap omdat we een geschenk zijn in de beweging van de Drieëenheid. De Zoon schenkt ons aan de Vader die ons dankbaar aanvaardt. De Vader geeft ons dan weer terug aan de Zoon, omdat Hij weet hoe blij de Zoon daarmee zal zijn. En de heilige Geest geniet van die beweging heen en weer. Niets voor jezelf houden, maar geven en ontvangen en weer geven in een eindeloze dans, dat is de hemelse vreugde.
Onze vreugde bestaat erin dat we een geschenk zijn. Het gaat er niet om een geschenk te krijgen, maar een geschenk te zijn. Thomas Merton schrijft ergens dat het leven een geschenk is, niet om wat we aan goeds ontvangen, maar om wat het ons in staat stelt te geven aan anderen. We zijn bedoeld als geschenk, een geschenk van de Vader aan de Zoon en van de Zoon aan de Vader. En een geschenk aan elkaar. Christus neemt onze mensheid op in de hemel en zendt zijn Geest op de aarde om de verlossing verder te verkondigen, te laten doorwerken. De leerlingen worden met kracht uit de hoge toegerust om aan heel de wereld de verlossing te verkondigen:
Het lijden en sterven van de Messias – in ons lijden en sterven zijn we niet alleen, we zijn met Hem verenigd.
Zijn verrijzenis op de derde dag – de zekerheid van de hoop, de belofte van leven.
De bekering – bevrijding van het kwaad waarin we verstrikt zitten.
De vergiffenis van de zonden – God laat niet toe dat de relatie met Hem door ons voorgoed verstoord wordt. Wat we ook gedaan hebben, Hij wil het wegdragen als we Hem daarom vragen.
De Geest wordt uitgestort en maakt ons tot een geschenk voor elkaar.
Laten we vandaag feest vieren onder de zegen van de Heer en Hem vol vreugde aanbidden.
[1] Julian of Norwich, Showings LT 55