29 september 2024 Pausbezoek
Even na half vijf reden we gisterenmorgen de poort uit. In Bree stond de bus al op ons te wachten en we vertrokken nog voor vijf uur, eerst naar Pelt om nog andere mensen op te halen, en toen verder naar Brussel. In de buurt van de basiliek werd het ingewikkeld. De straten waren afgezet en er stonden overal politiewagens en veiligheidsmensen. Bij het eerste hek dat we tegenkwamen, werden we na enige uitleg doorgelaten. Maar verderop stond er een politiewagen op de weg en moesten we weer stoppen. Blijkbaar moesten we een andere route nemen om toch dicht bij de basiliek te komen, en de politieagent riep twee zwaantjes op om ons te begeleiden en de weg te wijzen. Weer terug naar buiten de hekken, maar nu hoefden we maar te volgen terwijl de één voorop reed en de ander het verkeer tegenhield waar we langskwamen.
Meer twee uur van tevoren zaten we in de basiliek. Wachten, rondkijken, mensen begroeten en langzamerhand groeide de verwachting. Toen iedereen binnen was, hebben we de liederen geoefend die we zouden zingen. Er stonden grote schermen opgesteld in de basiliek om alles wat er gebeurde te kunnen volgen en nu werd de tekst van de liederen erop geprojecteerd. Maar nog tijdens het oefenen kwamen er beelden van buiten de basiliek op het scherm en we zagen de groene koepels in de zon met een regenboog erachter. Iedereen begon spontaan te applaudisseren.
Ter inleiding spraken enkele bisschoppen een woordje, maar bij de laatste viel de aandacht halverwege weg, want we zagen op de schermen hoe de auto met de paus buiten arriveerde, en hoe hij met rolstoel langs de mensen die hem buiten opwachtten naar binnen reed. Eenmaal binnen staat iedereen op zijn tenen om een glimp van hem op te vangen als hij door het middenpad komt. Wij zaten gelukkig vlak aan het middenpad. Je zou ook rustig kunnen blijven zitten en naar het duidelijke beeld kijken dat de camera die vlak voor hem rijdt, projecteert op de schermen, maar dan blijkt dat er een groot verschil is tussen iets op een scherm zien en aanwezig zijn in de werkelijkheid. Een tv-beeld is op dat moment waardeloos, maar het is een vreugde om, tussen de mensen die voor je staan, net een stukje van hem te kunnen zien.
Eerst kwamen er zes mensen aan het woord die iets vertelden van hun pastorale taak en daarbij een vraag aan de paus stelden. De eerste was een parochiepriester die een prachtig citaat van Don Bosco aanhaalde. Hoe moet je in het leven staan? ‘Goed doen, vrolijk zijn en de vogeltjes laten fluiten.’ Er was ook een zuster van Tibériade die vroeg hoe we in deze tijd, waarin mensen zich zo moeilijk blijvend engageren en afhaken als het moeilijk wordt, kunnen tonen, dat trouw blijven aan je geloften, op de weg van het kruis, de weg naar het geluk is. Als laatste kwam een gevangenisaalmoezenier aan het woord met de vraag hoe we moeten staan tegenover ons strafsysteem, en hoe je als christen omgaat met de spanning tussen rechtvaardigheid en barmhartigheid.
Het waren zes vragen waar je zes conferenties over had kunnen geven. De paus kreeg een kwartiertje om ze allemaal te beantwoorden. En hij deed dat ook op een heel inspirerende manier, aan de hand van drie woorden: evangelisatie, vreugde en barmhartigheid. Het waren geen oplossingen die hij gaf. Het was veeleer een houding die hij doorgaf van aanvaarden van de werkelijkheid in vertrouwen op Gods aanwezigheid en zijn liefde en kracht. Vaak herhaalde hij, wat als vraag gesteld was, nu ongeveer als antwoord. Een jongere had hem gevraagd hoe jongeren die geïnspireerd door Christus samen kwamen, hun dromen die zo verschillend waren – van bidden in afzondering tot milieuactivist – konden verenigen. Het antwoord was natuurlijk: eenheid in verscheidenheid. Laat de dromen verschillend zijn. We gaan langs verschillende wegen en zo is het goed. Probeer niet iedereen in één en hetzelfde keurslijf te persen, want al die wegen komen bij God uit.
Het antwoord aan sr Agnes van Tibériade was ook een erkennen van de moeilijkheid. Ja, trouw is moeilijk in deze tijd, maar laat zien, door je eigen vreugde ook doorheen tijden van lijden, dat dit de weg van het geluk is. Zo is de weg van het kruis.
Het antwoord van de paus aan de gevangenispastor gaf het volle gewicht aan de barmhartigheid en daarin ook aan de rechtvaardigheid. Gods barmhartigheid wil ons altijd opvangen, wat we ook gedaan hebben. En bij een bezoek in de gevangenis kun je je realiseren dat je daar zelf ook had kunnen zitten als je levensomstandigheden iets anders waren geweest. Maar Gods barmhartigheid is niet een alles gladstrijken alsof het er niet meer toe doet. Ze verandert ons en wil ons genezen van het kwaad in ons. Zijn barmhartigheid vormt ons om en maakt ons rechtvaardig. Om die barmhartigheid de ruimte te geven moeten we elkaar steeds nieuwe kansen geven, niet één keer, maar altijd weer.
Wat op mij de meeste indruk maakte en wat het ene antwoord was op al die verschillende vragen, was de nadruk en de diepe overtuiging waarmee paus Franciscus zei dat we, midden in onze tijd met zijn moeilijkheden, pijnlijke geschiedenissen, en wereldproblemen – dat we daar middenin de vreugde vinden in het weten niet alleen te zijn. God is nabij. Hij houdt zich niet op een afstand en je bent niet alleen. Hij is dichtbij je, en Hij neemt zijn liefde voor jou nooit terug.
Het was een ontmoeting die vreugde en moed gaf. Je ziet de paus daar in zijn rolstoel zitten, een breekbare mens, die door de verwachtingen van al die mensen in de basiliek in staat is om ons het vertrouwen te geven dat we, met al onze vragen, in Gods hand zijn, en de moed om eenvoudig te doen wat nu van ons gevraagd wordt.
Tot slot nog een zin van Joseph Ratzinger, lang voor hij paus Benedictus XVI werd, geciteerd door paus Franciscus: ‘Waar vreugde ontbreekt en geen humor meer is, daar kan de Heilige Geest niet aanwezig komen.’
Moge de vreugde omdat God ons nabij is in alles en ondanks alles, steeds in ons opbloeien.