Kapittel 26 juni: Niets doen
Afgelopen vrijdag hebben we, ter ere van het feest van het Heilig Hart, een compositie van zr Edith Scholl beluisterd. Ik heb haar voor het eerst ‘ontmoet’ toen ik in Cistercian Studies Quarterly een artikel van haar las over spontaniteit. Ik geloof dat spontaniteit net mijn engel was dat jaar. Een heel goed artikel, en ik was heel blij met mijn engel.
Zr Edith schreef van tijd tot tijd een artikel over een woord of begrip uit onze cisterciënzer traditie om de rijkdom aan betekenis van dat woord vanuit de Schrift, de kerkvaders en de cisterciënzer vaders te belichten. Die artikelen zijn gebundeld in een boekje: ‘Words for the Journey’, woorden voor onderweg. Eén van de woorden die ze bespreekt, is vacare, Latijn voor leeg zijn, vrij zijn, onbezet zijn, tijd hebben, ook tijd hebben voor iets of iemand en dan wordt het je aan iets wijden. Het is een leeg woord, een vakantiewoord natuurlijk. Een belangrijk woord in deze tijd van retraites, nu ik van alle kanten verzuchtingen hoor van ‘het doet zo goed om eens even niets te doen’.
Waar vinden we vacare in de Schrift?
Allereerst in Psalm 46,11: Vacate et videte quoniam ego sum Deus, ‘Laat af en beseft dat Ik God ben’ zingen wij in onze vertaling. ‘Be ye still and know that I am God’ in een Engelse vertaling. Wees stil, word leeg, doe even niets en zie dat Ik God ben. Een goede tekst om een retraite mee te beginnen, maar net zo goed om als een soort schietgebedje te herhalen als je het erg druk hebt.
In Jezus Sirach 38,24 staat: ‘De wijsheid van de Schriftgeleerde komt door zijn tijd van ledigheid’, in vacuitatis tempore. Geen ledigheid van zomaar een beetje rondhangen, maar een vrije tijd die besteed kan worden aan studie. Benedictus bepaalt dat broeders of zusters die te laat zijn voor het officie toch de kerk moeten binnengaan, want als ze buiten blijven, gaan ze misschien maar wat zitten kletsen. Onze leegte is niet een tijd voor jezelf, om eens te doen waar ik nu zin heb, de vrije tijd die ik wel verdiend heb met mijn harde werken, maar een tijd voor God. Vacare als vrij zijn voor, tijd hebben voor. Vacare Deo staat er in sommige kloosters boven de deur van het slot. Leeg zijn voor God, ruimte laten voor Hem. In het midden van ons klooster hebben we de pandtuin, een lege ruimte, open naar boven, een plaats die niet bezet is door onze activiteiten, behalve dan wanneer er onkruid gewied moet worden. Die lege ruimte komt overeen met de lege tijd in de dag, de tijd voor de lectio en voor het stil gebed. En die beide leegten zijn de concrete weerspiegelingen van de leegte in ons hart, de ruimte midden in ons hart die we niet zelf innemen, maar vrij laten voor de Heer, zodat Hij in ons wonen kan.
Waarom hebben wij het nodig niets te doen? Omdat we, als we helemaal in beslag genomen worden door onze praktische taken en door de zorgen van elke dag, we geen ruimte laten voor Hem die ons leven is en voor Wie we leven. We moeten leeg worden en de schoonheid van God zien, zegt Bernardus. Dus af en toe gewoon maar zitten en kijken naar de bomen, naar de koeien, naar het wuivende gras, … Dat is een belangrijk onderdeel van het monastieke leven, zeker als we hier op zo’n mooi plekje wonen.
In een preek voor Maria tenhemelopneming (2e) speelt Bernardus met de betekenissen van het woord vacare. Hij denkt aan de parabel van het huis dat bewoond werd door een boze geest. De geest werd verjaagd en het huis staat dan leeg, maar de geest komt terug en vindt het huis leeg en op orde en hij haalt er een stel andere geesten bij en kan er zo weer intrekken. Dat is niet de bedoeling van leeg worden. Hoe het wel moet vinden we bij Marta en Maria. Marta poetst en versiert het huis, door te werken en het officie te zingen. Zij maakt het huis leeg. En Maria zorgt ervoor dat het niet alleen leeg blijft, maar gevuld wordt door de Heer. Dat doet ze door haar tijd vrij te houden en één en al aandacht voor Hem te zijn. Vacat Maria enim Domino, ut non sit domus vacans. Maria laat tijd leeg voor de Heer, opdat het huis niet leeg staat.
Dus, zowel voor wie druk bezig zijn als voor degenen die op retraite gaan: zing geregeld dat ene psalmvers: Laat af en beseft dat Ik God ben’. Wees stil, word leeg, word vrij en zie dat Ik God ben.