Kapittel zondag 24 april
Kapittel 2e Paaszondag 24 april
De Heer is opgestaan! Ja, Hij is waarlijk opgestaan!
De vreugde van de paasmorgen, het ongehoorde feit van de verrijzenis … je zou verwachten dat de wereld erdoor verandert. Dood, waar is uw prikkel? Dodenrijk, waar uw overwinning? Maar er lijkt maar bitter weinig te veranderen. Bombardementen gaan gewoon door. Mensen sterven door bruut geweld, door honger. Maakt het dan niet uit dat Jezus is verrezen uit de dood?
Zeggen ze dat Hij is opgestaan
waarom is de wereld dan dezelfde,
lijdt Hij dagelijks nog duizend doden,
altijd door zoals het immers is?
Weegt het lijden deze korte tijd
ook niet op tegen de heerlijkheid
die eens komen zal, is duizend jaar
als de dag van gisteren, als een droom,
altijd duurt die boze droom nog voort,
roept het bloed van Abel van de aarde,
wordt de stem in Rama weer gehoord,
altijd weer hetzelfde, Rachel weent
om haar kinderen die niet meer zijn.
En daar blijft mijn ongeloof bij staan,
dat ik net als Thomas telkens twijfel,
enkel in zijn wonden Hem herken.
J.W. Schulte Nordholt
De Heer is verschenen op de avond van die eerste paasdag. ‘Vrede zij u’, heeft Hij gezegd tegen de leerlingen. Hij heeft op hen geblazen om hun de heilige Geest te schenken, maar wat verandert er? Een week later zitten ze net zo bij elkaar, binnen, terwijl de deuren gesloten zijn. Er kan nog steeds van alles gebeuren en de angst is er nog steeds.
Wat er wel veranderd is, is dat Thomas erbij is. De andere leerlingen hebben hem verteld dat ze de Heer gezien hebben, maar hij wilde het niet geloven. In de paasverhalen die we de afgelopen week gelezen hebben krijg ik de indruk dat de anderen het ook niet direct geloofden als het hun gezegd werd. Maria Magdalena kwam het vertellen, maar ze geloofden haar niet. Het verhaal leek hun beuzelpraat. Volgens Marcus werden zelfs de twee leerlingen die op weg waren en Hem ontmoet hadden, niet geloofd. En Mattheüs zal schrijven dat, wanneer de leerlingen Jezus zien op de berg in Galilea die Hij hun aangewezen had, ze zich neerwerpen in aanbidding, maar sommigen twijfelen. Het is een beetje oneerlijk om alleen Thomas ongelovig te noemen.
Thomas kon het niet geloven, maar wat heeft Hij nodig om wel te geloven? Hij zegt niet: ‘Zolang de Romeinen zich niet terugtrekken, zal ik niet geloven.’ Of: ‘Zolang er geen einde komt aan onderdrukking en geweld, aan armoede en uitbuiting, zal ik niet geloven.’ Hij verwacht blijkbaar niet dat de wereld ineens veranderd is. Wat hij verlangt is Jezus te zien. En dan valt het op dat hij niet zomaar Jezus wil ontmoeten. Nee, hij wil zijn wonden zien. Als God iemand uit de doden opwekt, zou Hij dan niet meteen alle sporen van het lijden kunnen uitwissen? Dat is voorbij, we vegen het uit, het is te pijnlijk om nog aan te denken.
Thomas verlangt niet een gladgestreken Jezus terug te zien, alsof de kruisiging alleen een boze droom was. Voor Thomas zijn de wonden het herkenningsteken. Zonder de wonden zou het iemand kunnen zijn die zich voordoet als Jezus, of misschien zou het Jezus’ geest kunnen zijn. Maar als Hij werkelijk verrezen is, dan is het met zijn wonden, met zijn hele geschiedenis, met alles wat ze samen meegemaakt hebben. Dan heeft de geschiedenis zin.
Thomas is samen met de leerlingen in het huis, de week na die eerste paasdag. Ze hebben de deuren weer gesloten. En Jezus verschijnt opnieuw en zegt: ‘Vrede zij u.’ Hij spreekt Thomas aan en nodigt hem uit om te kijken, om aan te raken. De wonden zijn zichtbaar, maar nu zijn ze geen bron van lijden meer. Thomas kan ze aanraken. Er is geen pijn meer. Op sommige schilderijen zie je lichtstralen uit de wonden komen.
Net zoals de heilige Drieëenheid alles uit niets gemaakt heeft, zo, op dezelfde manier, zal Hij maken dat al wat verkeerd is ten goede komt. (Julian of Norwich, 32) De geschiedenis wordt niet uitgewist, maar pijn en lijden worden omgevormd tot licht, het kruis wordt bron van heil, zonde wordt door berouw en vergeving tot zegen. De schepping is al een groot wonder, hoe alles uit niets tot stand komt. Maar deze herschepping is een nog groter wonder. Onvoorstelbaar als je aan de beelden uit Oekraïne of Afrika denkt. Wij zien daden gedaan worden die zo slecht zijn, en wonden toegebracht worden die zo groot zijn, dat het ons onmogelijk lijkt dat er nog iets goeds uit komt. Maar Thomas ziet al hoe de wonden zijn omgevormd. En zalig wie niet zien, maar toch geloven. De wereld is niet veranderd met Pasen, maar wel ons leven in de wereld. Omdat wat de wereld ons voorspiegelt als de hoogste macht ondergeschikt is aan Gods creatieve liefde. De Gekruisigde is verrezen en zijn wonden stralen van licht. Dat is de vaste grond van onze hoop.
Er blijft nog een daad die de heilige Drieëenheid zal doen op de laatste dag … Deze grote daad, besloten door de Heer God van voor alle tijden, en gekoesterd en verborgen in zijn heilig hart, is alleen aan Hem zelf bekend. Hierdoor zal Hij tenslotte alles goed laten komen. Want net zoals de heilige Drieëenheid alles uit niets heeft gemaakt, zo zal Hij ook alles wat verkeerd is zeer goed uit laten komen.
De Heer is waarlijk opgestaan! Alleluia!