Hemelvaart, 29 mei 2025
De Heer is opgestaan! Ja, Hij is waarlijk opgestaan!
Hij is verrezen en Hij verschijnt zomaar aan de leerlingen. Je kunt Hem onverwachts tegenkomen, en dat maakt de wereld tot een verrassende en hoopvolle plek. Bij alles wat er gebeurt, ondanks alles wat er gebeurt, is er de ontmoeting mogelijk met Jezus die de Weg, de Waarheid en het Leven is.
Maar dan komt in de Paastijd hemelvaart: Jezus wordt ten hemel opgenomen. En het geldt nog wel als een feest. Waarom? En wat is de betekenis?
Van Ruler vraagt zich in een voordracht af welk woord nu echt de betekenis van hemelvaart weergeeft.[1] Hij vindt drie woorden die in de bijbel met hemelvaart verbonden zijn. Hij laat ze alle drie ook weer vallen, omdat ze wel een aspect weergeven, maar er ontbreekt ook iets. Tenslotte vindt hij een vierde woord.
We beginnen met de eerste drie: afscheid, verwachting en verheffing.
Hemelvaart is de dag van het afscheid. Dat is waar. Aan die onverwachte ontmoetingen met de Heer, waarbij Hij zijn handen en zijn zijde toont of met hen eet om te tonen dat Hij leeft, komt nu een einde. Maar betekent dat echt een afscheid? Lucas vertelt hoe de leerlingen hem aanbidden en vol blijdschap teruggaan naar Jeruzalem. In het evangelie van Mattheüs zegt Jezus: ‘Zie, Ik ben met u, alle dagen, tot aan de voleinding der wereld.’ De gemeenschap tussen Christus en de zijnen wordt juist bevestigd, en niet alleen als een geestelijke gemeenschap. Als Maria Magdalena ontdekt dat de tuinman Jezus is, zegt Hij: ‘Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgestegen naar mijn Vader.’ Maar dan is er na de hemelvaart een nieuw vasthouden mogelijk. En in de eucharistie raken we zijn lichaam en zijn bloed aan, nemen het in ons op. “Afscheid” kan dus niet de betekenis van hemelvaart zijn.
Het tweede woord is verwachting: hemelvaart als dag van de verwachting. Verwachting klinkt in de woorden van de engelen: ‘Deze Jezus die van u is weggenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkeren als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan.’ We leven tussen hemelvaart en de wederkomst. We mogen uitzien naar de tweede komst, en blij zijn om de toekomst die ons wacht. Maar ook dat is niet alles. De engelen zeggen ook, en zelfs eerst: ‘Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken?’ We leven in de tussentijd, die de tijd van de Heilige Geest is. Onze aarde, met haar geschiedenis doet er toe, en verdwijnt niet zomaar bij het toekomstperspectief van de wederkomst. Verwachting is er, maar ook de creativiteit van de Geest die werkt in ons, door ons en die waait over de wereld.
Dan is er nog het woord “verheffing”: hemelvaart als de dag van Jezus’ verheerlijking, van zijn troonsbestijging. We zingen vandaag niet voor niets zoveel psalmen van ‘De Heer is koning, Hem viere de aarde.’ Zijn koningschap is begonnen, was al begonnen bij zijn verhoging aan het kruis. Het woord “verheffing” houdt heel het mysterie van de verlossing in. Het past goed bij hemelvaart. Alleen, het is nog te beperkt, omdat het alleen Jezus’ verheffing weergeeft. Maar hemelvaart heeft ook met ons te maken. Het is niet enkel de verheffing van Christus. ‘Als Hij, ons hoofd, is voorgegaan, is voor het lichaam vrij de baan naar een bestaan volkomen.’ Ons leven is met Christus verborgen in God. Ons burgerschap is in de hemelen.
Afscheid, verwachting en verheffing zijn op zichzelf niet voldoende voor de betekenis van hemelvaart. Wat is dan het vierde woord? Dan komt van Ruler uit bij “vervulling”. Als Paulus in zijn brief aan de Efeziërs psalm 68:19 becommentarieert, schrijft hij: ‘Hij is opgestegen: dit betekent dat Hij eerst in de diepte is afgedaald, tot op de aarde. Hij die is neergedaald, is dezelfde die ook is opgestegen hoog boven alle hemelen, om het heelal te vervullen.’
Vervulling is het woord dat de betekenis van hemelvaart echt kan aanduiden. Het heeft zelf weer drie betekenislagen:
‘Vervullen – dat is allereerst volmaken, vullen, in alles ingaan en door alles heentrekken. De kracht van Christus’ verrijzenis – de reuk van het eeuwige leven, de glans der eeuwige heerlijkheid – trekt door alle dingen heen en vervult alle dingen.
Het betekent ook: tot zijn eigenlijke zin, tot zijn eigenlijke inhoud brengen. Christus is de zin van alle dingen die er zijn en van alle dingen die gebeuren. Hemelvaart is de dag van de zin van alle dingen.
En dat brengt tot de derde betekenis: Vervullen is ook voltooien, aanvullen, afmaken, naar het einde en naar het doel brengen. In Christus komt alles wonderbaarlijk goed terecht.’
Nog één keer Paulus aan de Efeziërs:
Hij heeft ons zijn geheim raadsbesluit doen kennen, de beslissing die Hij in Christus had genomen ter verwezenlijking van de volheid der tijden: het heelal in Christus onder één hoofd te brengen, alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde, in Hem.
‘Op het feest van hemelvaart worden we niet zozeer hemels, als veeleer kosmisch ingesteld.’
[1] A.A. van Ruler, Verhuld bestaan, Nijkerk 1949, p.144-148