Driekoningen
Gisterenavond zocht één van onze zusters servetjes met sterren voor de ontbijttafel, maar ze vond ze niet. Er waren nog wel de mooie blauwe engelenservetten die we op het feest van Maria, Moeder van God hadden. En dus mochten die nog een keer als placemat dienen. Maar vanmorgen bij het ontbijt zag ik dat het wel degelijk ook een Driekoningenservet was. Eén van de engelen heeft een koordje in de hand met daaraan een ster, de ster van Bethlehem die straalt voor de geboorte van Jezus, zodat ook wij vandaag het licht van de ster mogen zien.
Voor de drie Wijzen straalde er een heldere ster aan de nachtelijke hemel. Alleen voor hen? Herodes had haar ook kunnen zien als hij uit het raam gekeken had, maar dat deed hij niet.
In ‘De ster van Bethlehem’, een kerstspel van Martinus Nijhoff, zegt Herodes:
Hoe vreemd, dat ik zelfs over mijn verdorven zoon
die ‘k begenadigd heb en die tegen mijn troon
straks weer complotten smeden zal, geruster ben
dan over de ongeborene te Bethlehem
wiens komst door niets gemeld wordt dan wat loos gerucht. –
En even later, als hij maatregelen genomen heeft om de drie Wijzen te laten volgen:
Ik voel mij reeds geruster. – Zou ik door dit raam
één blik werpen en zien of ik de ster zie staan? –
Dwaasheid. – Weg van dat raam. – ‘k Zie liever of ‘k misschien
vannacht wat slapen kan. Ook dat staat te bezien.
Wat telt voor Herodes is: zijn macht beschermen. Hij hoeft de ster niet te zien, want als ze er is, dan betekent ze enkel een bedreiging voor hem. Hij zou er maar door van streek raken, en hij heeft nu immers alles gedaan om wat er van waar mocht zijn buiten spel te zetten. Hij ziet liever niet wat niet zijn kijk op de wereld en zijn plaats in die wereld bevestigt. ‘Hij is een gevangene in de benauwde hemel van zijn eigen geest, waar geen sterren kunnen schijnen omdat de schedel te hard is, ondoordringbaar voor het licht’, zegt broeder Simeon.
De blik van de Wijzen is wijd en open. Ze onthullen het wezen van hun ziel als ze uitleggen: ‘Wij hebben gezien … en zijn gekomen’, twee woorden die een hele levensstijl weergeven. Een eenvoudige directheid, zonder aarzelen leidend van inzicht naar handelen. De wijze zoekt de waarheid en als hij haar vindt, aarzelt hij niet haar te aanbidden, zich aan haar te onderwerpen. Het doel van heel hun uitputtende reis, zeggen de Wijzen, is aanbidden, zich neerbuigen. De Waarheid vraagt ons helemaal op.
Dat maakt de Wijzen ook vrij. Vrij tegenover wat “normaal” is. Je zou verwachten dat de nieuwe Koning in een paleis geboren wordt, maar ze aanvaarden zonder aarzelen dat de ster hen een eenvoudig huis in Bethlehem aanwijst. Vrij ook tegenover anderen die iets van hen verlangen. Herodes wil dat ze terugkomen als ze het Kind gevonden hebben, maar ze laten zich niet betrekken in iets wat hen van hun doel afhoudt. Ze luisteren hoffelijk naar Herodes, maar ze zeggen niets toe. Zijn dubbelhartige taal heeft geen vat op hen.
Als de Wijzen na hun bezoek bij Herodes de ster weer zien, vervult hen dat met overgrote vreugde. De ster. Het is nog niet het Kind, de Koning, het mensgeworden Woord van God, dat ze zien, maar enkel de ster. Dat is genoeg voor de grootste vreugde, want de ster is de zekere weg naar God.
En wij? Wij denken aan de ster als we haar vandaag zien op een servetje, of als ze schijnt in de pand. Wij zien dagelijks de ster als we luisteren naar het evangelie, en ze straalt als een teken van hoop, van de zekerheid van de dingen die we niet zien, als een zekere wegwijzer naar God. In dit jaar van de hoop mogen we telkens weer naar de ster kijken, en, net als de Wijzen, zien en op weg gaan. We hebben gezien en we zijn gekomen. Niet de politieke machten, niet andere mensen die iets van ons verlangen hoeven de weg te bepalen. Alleen de ster die ons brengt naar een klein Kind in een donkere wereld, en die ons vertelt dat dit Kind, zo klein in kwetsbaar als het is, de Koning is, de Herder die zijn volk zal leiden. De drie Wijzen zagen nog niets veranderen in de wereld. Herodes regeert nog en laat zo meteen de kinderen van Bethlehem doden uit angst om zijn macht te verliezen. Maar de Wijzen volgen de weg en ze aanbidden God in zijn kleinheid, aanvaardend dat Hij deze weg van zwakte en verborgenheid heeft gekozen om zijn plannen met de wereld te realiseren, en hun hart is vervuld van de grootste vreugde.