Drieëenheid, 4 juni
‘Heer, wees zo goed en trek met ons mee’, bidt Mozes in de eerste lezing. Dat is precies het gebed dat we nodig hebben op deze eerste zondag na Pinksteren. De Paastijd is afgelopen en Pinkstermaandag is meteen alweer de gewone tijd door het jaar. Vind je weg maar in het gewone leven! Maar gelukkig is het niet zo dat de Geest maar voor één enkele dag wordt uitgestort. De hele groene tijd is Pinkstertijd en vandaag vieren we nog eens de Geest – met de Zoon en de Vader – in het hoogfeest van de Drieëenheid.
‘Heer, trek met ons mee!’ Als je naar de icoon van Rublev kijkt, zou je het ook andersom kunnen zeggen: ‘Heer, trek ons met U mee!’ Voor het volk Israël in de woestijn gold het allebei. Het is de HEER die hen uit Egypte bevrijdt heeft en naar het beloofde land leidt. Ze volgen de wolkkolom die voor hen uittrekt en die hen ’s nachts als een vuurkolom beschermt. Ze worden meegetrokken naar het goede land. Maar tegelijkertijd werken ze tegen. ‘Halsstarrig’, zegt Mozes. Met een stijve nek kun je maar moeilijk je hoofd draaien en ze zijn geneigd naar de verkeerde kant te blijven kijken, naar de vleespotten van Egypte, achteruit in plaats van vooruit. Zou God hen dan in de steek laten en hun eigen weg laten gaan al leidt die ook naar de ondergang? ‘Heer, trek met ons mee en laat ons niet alleen, als wij ons vergissen, en ook niet als wij door onze misdaden en zonden de verkeerde kant opgaan. Beschouw ons als uw eigen bezit.’
Op een keer, jaren geleden, moest ik ergens in de buurt van St Sixt zijn, waar ik de weg absoluut niet ken. De tomtom stond aan en wees me waar ik moest gaan. Maar op een zeker punt was er aan de weg gewerkt en de situatie was veranderd. Ik moest linksaf slaan volgens de tomtom in wat nu een fietspad was geworden. Rechtdoor dan maar en de volgende proberen. Opnieuw een fietspad. De tomtom probeerde me elke keer op het goede pad te krijgen, maar ik weigerde wel vier keer achter elkaar. En vervolgens zweeg de tomtom. Hij zei niets meer. Niet: ‘over 60 m linksaf slaan’, zelfs niet: ‘probeer om te draaien’. Pas nadat ik een kwartier lang mijn eigen weg had gezocht, zo goed en zo kwaad als het ging, begon hij weer te praten. Sinds die tijd heb ik sympathie voor de tomtom. Het kan hem blijkbaar iets schelen of ik naar hem luister of niet. En gelukkig bleef hij niet boos.
‘Heer, trek met ons mee, en trek ons met U mee.’ We hebben Pasen gevierd, onze verlossing. Op de Paasicoon strekte Jezus zijn handen uit naar Adam en Eva en in hen naar allen die in het dodenrijk gevangen zijn om hen te bevrijden uit het land van de schaduw van de dood. En aan het einde van de Paastijd, als het tot ons doorgedrongen is dat Jezus leeft, dat het Woord van God niet gevangen kan blijven, bidden we om zijn Geest: dat Christus leeft in ons, en dat we niet overgeleverd zijn aan ons egoïsme. Laat uw Heilige Geest ons openwaaien en vervullen van uw vrijheid en uw liefde. Nu, vandaag, wordt dat: ‘Trek ons met U mee, de cirkel in van de Heilige Drieëenheid, opgenomen in de beweging van Vader, Zoon en Geest, een dans van liefde en eenheid, een en al geven en ontvangen, waarin niemand buitengesloten wordt.
Als we zo gaan meebewegen, dan wordt alles wat we zijn en wat we doen, belijdenis van Gods heilige Naam.
Trek ons met U mee, en trek met ons mee in heel de lange Pinkstertijd van onze wereld.