11 juni, 10e zondag A
Jezus is in zijn eigen stad aangekomen. Hij heeft net een verlamde genezen die bij Hem werd gebracht. Of liever, Hij heeft hem gezegd dat zijn zonden vergeven worden, en om te tonen dat Hij inderdaad de macht heeft om zonden te vergeven, heeft Hij hem ook genezen van zijn verlamdheid. Opstanding, verrijzenis in dubbele betekenis. Nu gaat Hij verder en daar zit Mattheüs bij het tolhuis, ook een zondaar, ook verlamd in zijn situatie. Br Simeon schrijft:
We houden vast aan ons bekende, horizontale bestaan alsof het deel van onszelf is. Onwetendheid wordt tot routineverslaving aan ambitie of aan ongeluk, en ongeluk en ambitie worden ons zelf. De blik van Jezus komt loodrecht op deze zieke symbiose om ons weer in vrijheid te stellen, om uit ons leven weg te snijden de illusie van eindeloze afhankelijkheden die met onze toelating het wezen van onze persoon wegzuigen.[1]
Mattheüs zit daar en Jezus ziet hem en zegt alleen maar: ‘Volg Mij.’ Dat is alles. En Mattheüs staat op en volgt Hem.
Waar komt hij dan terecht door Jezus te volgen?
In zijn eigen huis volgens onze vertaling! Ik zou verwachten dat er nu een moeilijke reis volgt, een zware bekering, afstand doen van van alles, maar Mattheüs belandt meteen aan een feestmaal. Hij is net opgestaan en hij mag meteen gaan aanliggen. In het Grieks staat er dat hij ‘in het huis’ aan tafel aanlag. Wiens huis? Dat wordt niet vermeld. Marcus schrijft ‘in zijn huis’ in de parallelle tekst, maar dan weet je nog niet of het het huis van Jezus is, of dat van Mattheüs. Lucas maakt het wel duidelijk. Bij Marcus en Lucas heet de tollenaar Levi en Lucas schrijft dat Levi in zijn huis een grote maaltijd aanricht voor Jezus.
Mattheüs volgt Jezus. Misschien staat hij dan tot zijn eigen verrassing opeens voor zijn eigen huis en ontdekt dat Jezus bij hem te gast wil zijn. Misschien is zijn volgen van Jezus meteen een creatieve zaak waarbij hij Jezus direct uitnodigt bij hem te gast te zijn. Of misschien gaat het toch om het huis van Jezus en is hij het die uitgenodigd wordt op een feestmaal. Mattheüs laat in zijn evangelie al die mogelijkheden open. Maar of hij nu gast of gastheer is, zijn eerste ervaring als leerling van Jezus is het aanliggen met Jezus en met een heleboel andere tollenaars en zondaars als hij aan een maaltijd van vriendschap.
De Kartuizers, en als ik me goed herinner ook de zusters van Opgrimbie, prosterneren bij de eucharistie. Dat is niet de houding van smekelingen, neerliggen op de grond met je gezicht ter aarde, maar de houding van gasten aan een feestmaal: in vrede neerliggen met Jezus is een noodzakelijk tegenwicht tegen koortsachtig verbeteren van de wereld en tegen een vorm van boete die God wil verheerlijken enkel door onderwerping van het lichaam.[2]
De roeping van Mattheüs voert hem allereerst tot een maaltijd van vriendschap. De diepste betekenis van discipelschap is niet het werken voor Jezus, maar zijn met Jezus. Het werk wordt dan niets anders dan het overvloeien van de ontvangen vreugde en wijsheid.[3]
We hebben veel feestdagen in deze tijd, eucharistievieringen en feestmaaltijden, en je zou vandaag kunnen zeggen dat dat een belangrijk deel van onze roeping is. Het is het geneesmiddel dat Jezus ons, zondaars, geeft. Nog een laatste citaat van br Simeon:
Het geneesmiddel dat Jezus voorschrijft is samen maaltijd houden. De ziekte van de zonde is in wezen vervreemding van God, ballingschap. Genezing kan niet bereikt worden door de orde te herstellen in een ziel die uit balans is geraakt. Zonde is een ziekte van de liefde, een aandoening veroorzaakt door de scheiding van een mens van de bron van zijn leven. Het hoofdsymptoom is een bevroren hart.[4]
Als Jezus ons roept, dan is dat een uitnodiging tot vriendschap, tot samen maaltijd houden waar niemand uitgesloten wordt. Het gaat er niet om dat je eerst verbeterd moet zijn. Recht van het tolhuis komt Mattheüs aan een maaltijd terecht. Het gaat erom te zijn waar Jezus is. De Farizeeën zeggen: ‘Eet toch niet zomaar met die tollenaars en zondaars.’ De revolutionairen zeggen: ‘Ga daar toch niet zomaar aanliggen en eten. Doe iets aan de misstanden!’ En Jezus opent eenvoudig zijn hart en ontvangt ons in zijn vriendschap, waardoor alles verandert.
Eet smakelijk vandaag!
[1] Erasmo Leiva Merikakis, Fire of Mercy, Heart of the Word I, p. 420
[2] p. 425
[3] p. 423
[4] p. 430