Kapittel zondag 8 mei
Het is de zondag van de Goede Herder. Dat betekent dat we onszelf in de schapen mogen herkennen. En wat houdt dat in, schaap zijn? ‘Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij.’ Vandaar de aansporing iedere morgen bij het begin van de vigiliën: ‘Heden, als gij zijn stem hoort, verhardt u dan niet!’ Luisteren naar zijn stem, dat is ons hele leven. Of liever, we zouden willen dat dat ons hele leven is. De hele dag door luisteren naar de stem van de Heer, hoe doe je dat?
Net als een schaap: grazen en herkauwen. Een schaap graast een poosje, kauwt het voedsel kort en slikt het door, en als het genoeg gegeten heeft, gaat het liggen herkauwen. Vier tot zes keer per dag en iedere keer zo’n 10 tot 50 minuten, volgens een website over schapenvoeders. Net zo besteedt de monnik tijd aan lectio: je leest de Schrift, je luistert naar het Woord van de Heer, en vervolgens herkauw je de woorden: meditatie.
Het woord meditatie heeft een hele betekenisontwikkeling doorgemaakt. In de tijd van Benedictus betekende het zowel uit het hoofd leren als de tekst hardop herhalen. Vanaf de zesde eeuw vinden we ook de betekenis ‘nadenken over’, ‘overwegen’. Je verdiepen in een tekst, verbanden zoeken met andere plaatsen in de Schrift, proberen de betekenis te doorgronden. Meditatie is een serieuze bezigheid waar verstand en hart bij betrokken zijn. In de 12e eeuw begint meditatie los te raken van het lezen. Er zijn zoveel dingen om over na te denken en doordat de regels voor Schriftuitleg strenger worden, kan niet alles meer met de Schrift in verband worden gebracht. Onze cisterciënzer vaders konden nog met één Bijbeltekst alle kanten op gaan, maar de bijbeluitleg wordt letterlijker en de bewegingsvrijheid wordt kleiner. ‘De brede intellectuele interesse van iemand als Hugo van St Victor moest wel losbreken van een tekst die niet langer geïnterpreteerd kon worden in een sublieme geringschatting voor zijn voor de hand liggende betekenis.’[1]
In deze tijd wordt meditatie ook minder een zaak van het verstand en meer van het gevoel. Het gaat om de devotie. Aelred onderscheidt meditatie over het verleden, over de huidige menselijke conditie en over de Laatste Dingen. Bij de meditatie over het verleden denkt hij vooral aan het leven van Jezus. Door een levendige verbeelding van de verhalen worden emoties opgeroepen en wordt de liefde gewekt of versterkt. De Bijbeltekst zelf wordt van minder belang. Er verschijnen op den duur meditatieboeken die ook allerlei visioenen bevatten met details uit het leven van Jezus en van Maria. De lading van meditatie wordt anders. Margery Kempe barst in tranen uit als ze in de kerk voor het beeld van een pieta staat. De priester komt naar de hevig snikkende vrouw toe en zegt haar: ‘Mevrouw, Jezus is al lang geleden gestorven.’ Als ze een beetje tot bedaren is gekomen, antwoordt ze hem: ‘Heer, zijn dood is zo nieuw voor mij als was Hij vandaag gestorven, en het lijkt me dat het zo ook voor u zou moeten zijn en voor alle christenen.’
Ignatius van Loyola keert weer terug naar de Bijbelse tekst en legt er weer meer nadruk op dat je eerst tot een goed begrip van de tekst moet komen om in de meditatie, waarin wil en gevoel ook van belang zijn, de wil van God te leren kennen. En in onze tijd denken we misschien snel aan stiltemeditatie als we het woord meditatie horen.
Maar vandaag is het de zondag van het schaap zijn bij de Goede Herder, en we hebben een kostbare traditie van herkauwen die we wel mogen koesteren. Luisteren naar zijn stem de hele dag. Dat doe je door het evangelie van de dag voor jezelf te herhalen, erover na te denken, associaties op te laten komen, en weer terugkeren naar de tekst en herhalen. Het is een keuze: waarmee vul ik mijn denken overdag? Ik kan denken aan wat we eten, aan wat ik zou willen hebben, aan mijn medezusters, positief of negatief, aan mijn werk, ik kan dagdromen, denken aan wat ik zou willen dat gebeurt, of blijven wroeten in iets dat gebeurd is, ik kan hopen dat iemand iets tegen me zegt, dat ik aandacht krijg. Waar gaan onze gedachten naartoe als ze niet in beslag genomen zijn door aandacht voor wat nu gedaan moet worden?
Mijn schapen luisteren naar mijn stem, zegt Jezus. En als zijn schapen mogen we dat de hele dag doen. Hij spreekt iedere dag nieuw. Hij kent ieder persoonlijk en weet wat we nodig hebben. Niemand kan ons roven uit zijn hand. Hij spreekt wel, we hoeven alleen maar te luisteren. Het kan helpen om eenvoudig één zin van de lezing van de dag met je mee te nemen en daar steeds naar terug te keren op alle lege momenten als je geest niet door iets anders bezet is. Schaap zijn en herkauwen, luisteren naar de stem van de Herder die ieder schaap kent, en Hem volgen. Dat is de vreugde van iedere dag.
[1] Simon Tugwell, Ways of Imperfection