5e paaszondag C, 18 mei
‘Verrezen vandaag’: de verrijzenis als goed nieuws voor nu – dat is de titel van de tweede lezing van Rowan Williams over Pasen. Vorige week hebben we iets van de eerste gehoord, over de betekenis van de verrijzenis voor de mensen in de tijd van Jezus. Nu gaat het over de betekenis voor ons in deze tijd. En eigenlijk zei ik het verkeerd, want verrijzenis betekent dat ook wij mensen in de tijd van Jezus zijn.
Rowan Williams noemt 5 dimensies van het goede nieuws die voortkomen uit de verrijzenis, en één daarvan gaat over het gebed. Ik zal vrij letterlijk weergeven wat hij daarover zegt. Geloof in de verrijzenis heeft praktische consequenties voor ons gebed. Je zou kunnen denken dat gebed een soort hemelbestorming is, een campagne die we voeren: genoeg petities verzamelen om God van mening te doen veranderen; of druk uitoefenen op God om Hem te laten doen wat wij willen; soms kun je zelfs het idee hebben dat God veraf is en we ons dus goed moeten laten horen om zijn aandacht te trekken. Dat doet denken aan het verhaal van Elia en de Baälpriesters. Maar als verrijzenis betekent dat we een nieuwe wereld binnengaan, dat we mogen zijn waar Jezus is, dan is gebed ten diepste ‘God laten gebeuren in ons’.
Gisterenavond in de vespers zongen we als antifoon de tekst uit Joh 14: ‘de wereld ziet Mij niet meer; gij echter zult Mij zien, want Ik leef en ook gij zult leven.’ Bidden is dan niet roepen tot een verre God die ergens in de hemel is, maar leven met en in Christus. Het is de werkzaamheid van de Geest die Christus doet leven in ons. Het is daar zijn waar Christus werkelijk is. Door de Geest gaan we binnen in de plaats waar de verrezen Christus is en zeggen we met Hem: ‘Abba, Vader’. De verrijzenis is zo de grond van het stille, contemplatieve gebed, het loslaten van alle zorgen en gedachten om God te laten zíjn in ons. Je ademt in, je ademt de Heilige Geest in, in je lichaam, ziel en geest, zodat het Christus is die uitademt en ‘Abba, Vader’ zegt. Het is omdat Christus door de verrijzenis een plaats voor ons heeft bereid, dat we zo kunnen bidden.
Gebed hoeft geen poging te zijn om Gods aandacht te trekken, niet een handeling die we aan God moeten verrichten. Het is de handeling die God in ons wil verrichten om ons tot leven te brengen. Gebed is dan vooral ‘God God laten zijn’. Dus als het niet lukt om je te concentreren in je gebed, als het maar niet lukt om van “hier” naar “daar” te komen (waar dat “daar” ook maar mag zijn), dan is het goede nieuws dat gebed ook is: God die God is in jou, als je Hem toelaat. Niet dat dat altijd eenvoudig is en geen hard werk vraagt. Om Hem God te laten zijn in ons, zullen we onderweg nogal eens een voorjaarsschoonmaak moeten houden. Maar het goede nieuws is dat gebed niet iets is wat we met veel inspanning uit onszelf proberen te persen, maar dat het iets is wat gebeurt als we God God laten zijn. Inademen en uitademen is het zichtbare, sacramentele beeld van de Heilige Geest die in Christus tot de Vader spreekt – in ons.
God God laten zijn in ons is niet alleen beperkt tot momenten van stil gebed. Verrijzenis betekent dat God te maken wil hebben met heel ons bestaan. De Heilige Geest die we inademen doet Christus leven in ons om ‘Vader’ te zeggen in liefde, en om heel ons bestaan om te vormen, om te handelen in onze geschiedenis, in de materiële wereld waarin we leven. Het is niet Gods bedoeling om uit te gummen wat er geweest is en iets beters te doen. Hij stelt belang in alles wat we geworden zijn als historische en lichamelijke wezens. Verrijzenis heeft daarmee van doen, en heeft dus te maken met heel de schepping en met ieder mens.
Mogen wij de verrezen Heer zien en met Hem leven, in ons gebed en in ons doen en laten, zodat we met nieuwe ogen om ons heen kijken, naar onze medezusters, naar de mensen die we ontmoeten, naar de wereld om ons heen.
En bidden we dat Christus steeds meer ruimte krijgt in ons.