4e advent
We hebben al heel wat kerstkaarten ontvangen, tot nu toe nog niet twee dezelfde. Er zijn wintertaferelen, vredesduiven, foto’s van een gemeenschap (Guimaras), en natuurlijk kerststalletjes met os en ezel erbij, de heilige familie, Maria met Kind, of ook alleen het Kind: een detail uit de ikoon van O.L.V. van het teken, waarop je alleen het hoofdje van het Christuskind ziet en de beide handen van Maria beschermend of zegenend, biddend of in verwondering? (Novo Mundo) Maar er was één kerstkaart – die van San Isidro – waarop ik eventjes verbaasd heb zitten turen. Het is duidelijk een kerstafbeelding, maar waar is het Kindje? Ik zie de engel maar waar is dan Maria? Nee, in plaats van Maria zit er een man. Nu zijn er in de 8e eeuw afbeeldingen geweest van Maria met baard, maar dit is echt een man: Jozef die in een droom van de engel hoort: ‘Zij zal een Zoon ter wereld brengen die gij Jezus moet noemen.’
Alleen Jozef en de engel, een passende kaart in het A-jaar nu we op de 4e adventszondag niet Maria tegenkomen, maar Jozef. En een passende kaart voor de abt van San Isidro die Juan José heet. En vooral een passende kaart voor onze donkere tijd waarin geloof van ons gevraagd wordt. Maria, in het Lukasevangelie, werd ook aangesproken door een engel en hoort dezelfde woorden: ‘Gij zult een Zoon ter wereld brengen die gij Jezus moet noemen.’ Maar voor Maria betekent dat dat ze zwanger wordt en de verandering in haar lichaam voelt. Jozef voelt geen kind groeien. Hij kan zien dat Maria zwanger is, maar daar zouden ook andere verklaringen voor te bedenken zijn. Voor hem is het puur een zaak van geloven dat God in deze vreemde gang van zaken aan het werk is. Door deze vreemde zwangerschap waar Jozef buiten staat, en waar ieder ander een somberder verklaring voor zou vinden, komt Gods verlossing in de wereld. Geloof je dat?
Jozef gelooft en handelt ernaar. Hij neemt Maria tot zich. Hij zorgt voor haar en voor het Kind. Hij staat er dan wel in zekere zin buiten, maar tegelijkertijd wordt hij door God volledig ingeschakeld. God maakt zich uiterst kwetsbaar als Hij mens wordt om ons te redden uit onze zonden. Hij komt in de wereld zonder zichtbare tekenen van zijn goddelijkheid, in een zwangerschap waarin twijfel over de vader bestaat, in een kind dat onderweg geboren wordt. In dit verhaal van verlossing vraagt Hij Jozefs medewerking, vraagt Hij onze samenwerking met Hem. Hoe? Door de tederheid en de bezorgdheid waarmee Jozef Maria bij zich neemt, en voor haar en het Kind zal zorgen.
Als we ons voorbereiden op het Kerstfeest is dat niet om de 2025e verjaardag van Jezus te gaan vieren. Het is om zijn geboorte nu te vieren, zijn komst in de wereld die wij kennen, somber en dreigend vaak. Maria kon tenminste haar zwangerschap voelen, maar Jozef had alleen het geloof in de woorden van de engel: dat God op deze verborgen manier verlossend bij ons komt, met ons wil zijn in de nacht van de wereld. Onze zonden, onze boze gedachten, onze kwetsende woorden en al het goede dat we verzuimen en de dingen die we beter niet hadden kunnen doen, ze worden weggedragen door Jezus – Redder – Immanuel – God met ons. Al het kwaad in de wereld hoeft ons niet hopeloos te maken. Het licht komt in het duister. En wij worden gevraagd door Jozefs engel om te zorgen voor dit Kind, voor wat kwetsbaar is en geboren wil worden, voor elkaar. Zelfs toen Jozef nog niet wist dat het kind dat Maria droeg van de Heilige Geest was, wilde hij haar niet in opspraak brengen en beschermde hij haar. Hoeveel te meer zul je dan de ander beschermen als je weet dat Jezus geboren wordt in haar, ook al zien we vooral de nood aan verlossing, en ergeren we ons aan gedrag dat kwetsend lijkt.
Jozefs geloof in het komen van de Messias waar zijn leven overhoop werd gegooid en hij alleen de woorden van een engel in een droom heeft om op te vertrouwen is een kracht die we nodig hebben in onze tijd. Moge hij ons verder leiden naar Christus’ geboorte.