2e zondag Veertigdagentijd B
Vorige zondag werd Jezus in de woestijn beproefd. Vandaag wordt (in de eerste lezing) Abraham op de berg van Moria beproefd. Het gebeurt dat ook wij beproefd worden. In het Evangelie van vandaag zien Petrus, Jakobus en Johannes een verheerlijkte Jezus. Het gebeurt dat ook wij door vreugde en vertroosting overweldigd worden. Soms zijn we op de berg Tabor en zouden graag de tijd doen stoppen om daar te blijven, soms worstelen we, zoals Abraham, met een verscheurd hart om de berg Moria te beklimmen.
In het boek Wijsheid wordt iets gezegd over het offer van Abraham dat me diep raakt: De Wijsheid ‘maakte mogelijk dat Abraham sterker dan zijn genegenheid voor zijn kind was’ (Wijs. 10,5). (Ik heb het zelf vertaald uit het Frans, want in het Nederlands klinkt het anders…)
Er is geen geloof zonder beproevingen. Er is geen liefde zonder lijden. Zelfs voor God. En dat is misschien de reden waarom deze passage van Genesis ook in de Paaswake gelezen wordt. God heeft zelf zijn Zoon naar Golgotha doen opklimmen om geofferd te worden. Hij heeft Hem overgeleverd om gekruisigd te worden om onze zonden. Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven (Joh 3, 16). Zou Hij dat hebben kunnen doen zonder zelf te lijden? In het Evangelie zien we Jezus vaak door medelijden bewogen. Hoe zou de Vader ongevoelig, onverschillig zijn voor het lijden van Zijn Zoon? Wie Jezus ziet, ziet de Vader (Joh 14, 9). God is liefde, lijdende liefde. Een lijdende Vader die voor ons zijn eigen Zoon niet heeft gespaard. De liefde die tussen God Vader en Zoon is, wilde in haar dans de wereld betrekken en daarvoor was lijden de enige weg.
Op de Tabor was Petrus zo gelukkig met Jezus, Mozes en Elia te zijn dat hij drie tenten wilde bouwen. ‘Leven van liefde is niet je tent opslaan op de berg Tabor, maar het is mét Jezus de weg van Calvarie gaan en het kruis zien als een schat’, zegt Theresia van Lisieux. Maar het lijden is nog niet het laatste woord van Gods liefde. In het Paasmysterie overwint Gods lijdende liefde zonde en dood.
Wat van ons gevraagd wordt, is luisteren: ‘Dit is mijn Zoon, mijn Welbeminde, luistert naar Hem’. Is aanschouwing eerder passief, luisteren is integendeel heel actief. Echt luisteren veronderstelt navolgen, gehoorzamen, ook als het pijn doet, ook als er gevraagd wordt om los te laten wat ons het dierbaarste is. Jezus volgen en naar Hem luisteren moeten we doen met Zijn gezindheid, met Zijn liefde. Dan verruimt ons hart zich naar de dimensies van Gods hart en zullen we, zoals Hij, stralen zonder het te weten.
Zend, Vader, de Heilige Geest over ons. Wek de gezindheid van Jezus in ons hart. Sterk ons vertrouwen, verruim onze liefde en trek ons, door onze deelneming aan het lijden van Jezus, naar de glorie van de Verrijzenis.