1e zondag Veertigdagentijd B, 18 februari 2024
Wanneer we een regenboog zien, zijn we verwonderd en staan we stil. We roepen elkaar: ‘Heb je de regenboog gezien?’ Een regenboog is een blijde boodschap zonder woorden.
In de eerste lezing van de mis (uit Genesis), verschijnt na de zondvloed een regenboog en God zegt tot Noach : ‘Dit zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen Mij en alle levende wezens bij jullie, vogels, vee en wilde dieren inbegrepen.’ (op deze wilde dieren komen we straks terug)
Een regenboog is een ontmoeting tussen het licht van de zon en druppels water. We zouden het symbolisch zo kunnen interpreteren: het licht van Gods barmhartigheid dat door de druppels van onze zonden heengaat. En het resultaat is kleurrijk, geeft vrede, vreugde, geborgenheid en vertrouwen in de toekomst.
In het nieuwe verbond is Gods barmhartigheid vlees geworden in Jezus. Tijdens zijn verblijf in de woestijn verbleef Jezus bij de wilde dieren. Wat betekent dat? Gewoonlijk is er wederzijdse angst en vijandschap tussen mens en wilde dieren. Maar hier hebben we een eschatologisch visioen: Jezus en de wilde dieren wonen samen in vrede. Zoals de profeet Daniël ongedeerd uit de leeuwenkuil kwam (Dn 6), verbleef Jezus in harmonie bij de wilde dieren onder de hoede van de engelen.
Terwijl we het geweld en de wet van de sterkste in onze wereld zien toenemen, klinkt het als een hoopvolle belofte. Op een dag zal het zo zijn: als mens en wilde dieren in vrede kunnen samen wonen, vermoed ik dat mensen elkaar ook niet zullen blijven bijten, verscheuren en ombrengen (Gal 5,15).
Al bij het begin van zijn Evangelie laat Marcus op die manier een glimp zien van de definitieve en alomvattende overwinning van Christus over het kwaad. Dat is blijde boodschap. Maar om de blijde boodschap van Gods barmhartigheid, van Christus’ overwinning over de zonden en over de dood te kunnen ontvangen, moeten we een minder blijde boodschap ontvangen: namelijk dat we bekering nodig hebben, dat we zondaars zijn.
De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap (Mc 1,15).
Deze woorden werden op Aswoensdag al aan ieder van ons persoonlijk gezegd tijdens de asoplegging. Ons bekeren en geloven in de Blijde Boodschap: dat is wat ons gevraagd wordt. In geloof kunnen we Jezus vragen om de innerlijke wilde dieren die ons lastig vallen en ons als wolven voor elkaar kunnen maken, te temmen, zodat we spirituele regenbogen kunnen worden, die aan onze tijd nieuwe hoop en perspectief geven. Dat kunnen we niet op eigen kracht, maar slechts als we ons door de Heilige Geest laten leiden.