26 januari, Feest van de Stichters
‘Laat ons nu de roemrijke mannen prijzen!’
Zo begint de eerste lezing op het feest van vandaag. Ik vraag me af wat onze heilige vaders Robertus, Albericus en Stefanus daarvan zouden zeggen. Als ze vanmorgen bij ons in de kerk waren geweest, zouden ze, vermoed ik, op zijn minst heel verbaasd hebben gekeken. Dat die lezing nu juist voor hun feest gekozen wordt!
De heilige Robertus zou in de lach geschoten zijn: ‘Roemrijk!’ zou hij zeggen, ‘Eerder berucht. De bisschop van Lyon heeft het over mijn gebruikelijke onstandvastigheid. Dat is niet bepaald eigenschap om je op te beroemen.’
De heilige Stefanus zou uitroepen: ‘Mannen! En waar zijn de vrouwen? Ik heb toch niet voor niets direct een vrouwenklooster onder mijn hoede genomen?’
En de heilige Albericus zou zijn hoofd schudden en zeggen: ‘Roemrijke mannen prijzen – daar schieten we niets mee op. Dat is veel te afstandelijk. Als je beroemdheden prijst, kun je zelf nog buiten schot blijven. Als jullie ons willen gedenken, dan toch niet als beroemdheden die geëerd moeten worden. We komen liever een familiefeest vieren, en het vuur van het begin, het vuur dat brandt in ons hart, delen met jullie.’
Het feest van onze stichters is een feest om het vuur van het begin weer op te laten gloeien, in onze gemeenschap en in heel de Orde. We bidden vandaag met heel de Orde om roepingen en om vernieuwing van de Orde. Die twee gaan goed samen. Bidden om roepingen betekent ook bidden voor je eigen roeping, want hoe kun je verlangen dat mensen intreden als je zelf het doel van je leven verwaarloost? In het gebed dat we in deze dagen na de vespers bidden, vragen we de genade om ‘trouw te blijven aan onze roeping, om te leven in de gemeenschap van Liefde die alle gaven te boven gaat’. Dat is tegelijk een vraag om vernieuwing van de Orde. Leven in de gemeenschap van Christus’ liefde is immers wat onze stichters zochten, wat wij zoeken, wat God voor ons bestemd heeft en wat het doel is van al onze bekeringen en vernieuwingen. We zullen ons leven lang en zolang als de Orde zal bestaan bekering en vernieuwing nodig hebben om naar die gemeenschap van zijn Liefde toe te groeien.
Wat zouden onze stichters ons vandaag kunnen zeggen om het vuur van het begin ook in ons weer feller te doen branden? Misschien is alleen dit al voldoende voor ons om op deze feestdag over te mediteren: ‘alles verlaten om Christus te volgen’. Dat was hun roeping en hun leven en die vreugde delen ze met allen die na hen komen, met ons.
Ons leven is een trektocht, altijd onderweg. We hebben hier geen blijvende stad, maar we hebben Iemand om bij te blijven. Op onze weg met Hem vinden we broeders en zusters en moeders, huizen en akkers, en ook vervolgingen van wat voor aard dan ook. Het kan een lange zoektocht zijn, zoals het voor Robertus was: verschillende kloosters en als hij eindelijk Cîteaux gesticht heeft, kan hij er maar een jaar blijven en dan wordt hij gedwongen terug te gaan naar Molesmes. Maar ondanks al die huizen is het één Liefde die hem geboeid houdt en thuis zal brengen. Het kan onzeker zijn of we wel zullen overleven, zoals het was voor Albericus in die eerste jaren. Het leven in Cîteaux was zo streng dat het wel bewondering opriep, maar niemand durfde in te treden. Hij zal misschien ook wel eens gedacht hebben: ‘Als God ons niet nodig heeft, dan heeft Hij ons niet nodig en zullen we niet zeuren over gebrek aan roepingen’, maar een leven in liefde gegeven is nooit onvruchtbaar, of een klooster nu blijft bestaan of niet. Het enige wat betekenis heeft, is Jezus volgen. Onze Orde is een instelling van monastiek leven geheel gericht op de beschouwing, staat er in de Constituties. Dat betekent niet voortdurend in meditatie verdiept zijn in de kerk, maar voortdurend, in gebed en werk, in eenzaamheid en gemeenschap, onze blik op Jezus gericht houden en Hem volgen, waar de dagelijkse weg ook heen leidt.
Mogen onze stichters in ons hart weer de vreugde doen oplaaien om het geschenk van onze cisterciënzer roeping en ons de moed geven om net als zij steeds alles te verlaten om Christus te volgen.
Zalig hoogfeest!