12 maart, 3e zondag vastentijd
Wanneer de Samaritaanse hoort van het levende water dat Jezus kan geven, is ze wel geïnteresseerd: ‘Heer, geef mij van dat water, zodat ik geen dorst meer krijg en niet meer hier behoef te komen om te putten.’ Het levende water kan haar bevrijden van twee dingen: van haar dorst, en vooral van de dagelijkse gang naar de put. Water gaan putten is voor haar geen prettige wandeling in de ochtendkoelte of ’s avonds als de hitte van de dag verdwenen is en je weer vrij ademen kunt buiten. Het is geen gelegenheid voor gezellige kletspraatjes, om dorpsgenoten te ontmoeten en nieuwtjes uit te wisselen. Zij probeert die ontmoetingen juist te vermijden. Ze is zelf te vaak het onderwerp van de nieuwtjes: ‘Heb je gehoord wat zij nu weer gedaan heeft? Ze heeft nu weer iemand anders. Het is schandalig.’ Als ze een buurvrouw ontmoet, is het maar de vraag of er überhaupt wel een gesprekje zal zijn. Het kan goed zijn dat de anderen haar omzeilen en niet aanspreken. Ze staat buiten de gemeenschap. Dan maar liever op het middaguur water putten, als de kans gering is, dat ze moet voelen hoe ze wordt afgewezen.
Levend water dat blijft opborrelen zal haar bevrijden van die dagelijkse kwelling. Maar als ze erom vraagt, zegt Jezus dat ze haar man moet gaan halen. Wat moet ze daar mee? Kan ze degene met wie ze nu min of meer samenleeft gaan halen? Misschien kan dat niet eens. In ieder geval kiest ze ervoor om te zeggen: ‘Ik heb geen man’. Dat is een soort waarheid, een heel korte samenvatting van de waarheid.
En hoe reageert Jezus? Hij vult haar antwoord aan en prijst haar, omdat ze de waarheid spreekt. Geen verwijt over het aantal mannen dat ze al versleten heeft. Geen minachting voor haar die zichzelf door haar ongeregelde levensstijl buiten de gemeenschap geplaatst heeft. Hij laat haar niet als hopeloos vallen nu Hij dit van haar weet. Hij bevestigt haar juist: ‘Dat zegt ge terecht’ en ‘Wat dit betreft hebt ge de waarheid gesproken’. Hij noemt hardop waar de vrouwen in het dorp over fluisteren en wat de Samaritaanse zelf niet durft zeggen omdat het haar in de positie van “slechte vrouw die gemeden moet worden” plaatst. Maar Jezus noemt het eenvoudigweg en blijft met haar in gesprek en blijft ingaan op haar vragen. Hoe zit het met dat eeuwenoude geschilpunt over de plaats van aanbidding? Jezus mengt zich niet in een langdurige discussie. Hij gaat van plaats naar tijd. Het uur van aanbidding is nu, en wel aanbidding in geest en waarheid. De Messias zal eens komen en alles uitleggen? ‘Ik ben het, die met u spreek.’ Hier en nu is het levende water te vinden voor wie bij Jezus zijn of haar waarheid onder ogen ziet.
De waarheid zal u vrijmaken. Het zijn niet onze zonden en gebreken die ons afgescheiden houden van God en van de anderen. Het is de schijn die we denken te moeten ophouden die ons isoleert. En het is onze kritische houding, onze illusie dat we onszelf beter kunnen accepteren als we een ander om haar fouten lager kunnen zetten, die maakt dat we een ander isoleren, en daarmee eigenlijk ook onszelf. De waarheid erkennen onder de barmhartige ogen van God brengt relatie tot stand. Met de Heer en met elkaar. Vandaar dat een gemeenschapsviering helend en reddend is voor onze gemeenschap. Of ook simpel het bekennen van een fout bij het avondeten. Dan krijgt Gods barmhartigheid de kans om ons met elkaar te verbinden en onze dorst te lessen.
De Samaritaanse laat haar emmer staan en rent terug naar het dorp. Wat is het beslissende punt waarmee ze haar dorpsgenoten oproept om naar de put te gaan en Jezus te ontmoeten? Juist datgene waarvoor ze haar buren wilde ontwijken: Hij heeft me alles verteld wat ik gedaan heb! Haar dorpsgenoten hadden haar dat ook kunnen vertellen en ze hebben het misschien wel gedaan ook. Maar Jezus heeft het haar zo verteld dat ze zichzelf kan aanvaarden met heel haar geschiedenis. God wacht op haar aanbidding in geest en waarheid, niet in schijn en illusie en met het verborgen houden van wat niet door de beugel kan. Hij verlangt niet naar iemand anders, naar iemand die beter is en de zaken wel goed op orde heeft. Hij ziet juist haar en kan haar vertellen wie ze is, in liefde en waarheid.
De mensen in Sichar laten zich door haar aansporen. Ze hadden kunnen denken: iemand die je vertelt wat je gedaan hebt? Beter maar uit de buurt blijven. Maar blijkbaar zien ze hoe deze vrouw bevrijd en gered is en ze gaan naar Jezus toe en vragen Hem te blijven.
Blijf, Heer Jezus, en vertel ons onze waarheid. Alleen daarmee kunnen we U aanbidden.