Gedachtenis aan zr. Relindis door zr. Irene
Op 18 maart, om 2 uur in de morgen, heeft Jezus Zr Relindis toch zich geroepen. Die dag sprak Hij tot ons in de liturgie aldus : “Ik ben de Verrijzenis en het Leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven; en ieder die leeft in geloof aan Mij zal in eeuwigheid niet sterven.”
Alice werd geboren in Grote Spouwen op 6 augustus, dat is het feest van Jezus’ gedaanteverandering. Zij droeg dan ook diep in haar hart, de glans van dit feest. Bij haar doopsel werd zij ondergedompeld in Jezus’ dood en door de Geest opgewekt tot verrijzenisleven… tot een samenleven in Gods Liefde. De groei en ontwikkeling van dit geloofsleven heeft Alice geleid naar de Abdij O.L.V. van Nazareth in Brecht, waar ze de naam Zr. Relindis aannam, als uitdrukking van haar grote verbondenheid met haar geboortestreek. Na haar monastieke professie heeft zij de gemeenschap gediend als ziekenzuster. Tien jaar later evenwel, nodigde haar patroonheilige haar uit om naar het eigen heem, Limburg, terug te keren. Zij werd medestichteres van de jonge gemeenschap in Kiewit, Hasselt. Het boeide haar om in het vervallen “Virga Jesse” tehuis, en later in het uitgeleefde “Bareelhof” met haar medezusters een dynamische gemeenschap uit te bouwen.
Er wortelde in haar een diepe verbondenheid van leven en dood en van dood en herleven… In Klaarland ontpopte zij zich als een echte boerendochter : als een bewonderaarster van het mysterie van het leven. Zo hield zij er ook van om bijna-dode plantjes op een vensterbank in de zon te zetten, ze water te geven en weer tot groei te brengen. In de lente plukte ze, op het juiste moment, lindebloemen en meidoorntrosjes, wist ze behendig te drogen om er thee voor te zetten voor de gemeenschap.
Ze had in haar jeugd de oorlog meegemaakt en verstond de kunde niets te laten verloren gaan. Ook haar kleren verstelde ze heel handig en uitvoerig. Haar opdracht om een broodwinning op te bouwen met de verkoop van biergisttabletten vervulde ze meesterlijk. Maar toen de concurrentie te groot werd, kon ze in alle eenvoud en overgave de productie afbouwen.
Er leefde in haar ook een diepe trek naar al wat mens en menselijk is. Foto’s, tijdens onze bouwperiodes, waar enkel muren op stonden, maar geen mensen, vond ze maar niets. Metsers aan het werk, of mensen die er in gingen wonen moesten er te zien zijn. Zr Relindis hield van het leven, van de mysteries van het leven met mensen. Zij kon boeiend verhalen. Ze beschreef, tot in de kleinste details, de geschiedenis van Klaarland van 1961 tot 2011. Ze had het talent van een geschiedkundig vorser. Zo blies zij de verhalen uit haar geboortestreek rondom ’t Jonckholt weer leven in door die te bevolken met haar vermoeden dat er ooit Tempeliers gewoond hadden. Deze heemkundige studie beschouwde ze als een laatste levensopdracht … en die kon ze nog net vóór haar vertrek naar het ziekenhuis afwerken en loslaten.
Zr Relindis had een wonderlijk invoelingsvermogen van de pijn om alles wat in een mensenleven verkeerd liep. De vloekpsalmen lagen haar niet! De gebeurtenissen in Gaza en in Oekraïne maakten haar ziek; ze duwde echter de pijn niet weg, maar doorleefde ze en deelde ze met anderen. Met een jeugdvriendin die verlamd was, met iemand die verdoold rondliep in het leven, wist zij een eind weg te gaan. In elke moeilijke situatie bij medezusters, familie, vrienden, bij elk ontmoeten kon ze het verhaal van de ander beluisteren, erop inspelen, samen een oplossing zoeken, innig meeleven, ervoor bidden : de vraag om een oplossing aan God, Vader, Zoon en Geest voorleggen, het verdere gebeuren loslaten en in Gods handen leggen. Zo getuigde Zr Relindis in elk gesprek van de kracht, de troost die uitstroomt uit het goddelijk hart van Jezus.
Op dit moment bloeit weelderig een magnolia in onze binnentuin, geschenk van haar zus. Het leven van Zr Relindis was als een boom die ontelbare bloemen van relatie heeft gedragen. Die bloemen houdt zij nu levend vanuit de hemel.